Dit jaar bestaat Het Nationale Park De Hoge Veluwe 90 jaar. Het Park kent een rijke geschiedenis. Daarom besteden we dit jaar aandacht aan belangrijke historische gebeurtenissen.
Hoog bezoek
In dit decennium wordt Het Nationale Park De Hoge Veluwe een aantal keer met koninklijk bezoek vereerd. Op 25 april 1985 zijn H.M. Koningin Beatrix en Z.K.H. Prins Claus aanwezig bij de officiële jubileumviering van het 50-jarig bestaan van het Park.
Op 29 juli 1990 is het honderd jaar geleden dat Vincent van Gogh overleed. Het hoogtepunt van de herdenking is de tweevoudige tentoonstelling van zijn schilderijen in het Van Goghmuseum in Amsterdam en van zijn tekeningen in het Kröller-Müller Museum. De officiële opening vindt plaats op 30 maart door H.M. Koningin Beatrix.
Het ondergronds museum het Museonder (zie ook verderop in dit artikel) wordt op 9 maart 1993 geopend door Z.K.H. Prins Claus.
Brand en diefstal
In de vroege ochtend van 30 maart 1992 wordt het Park opgeschrikt door een fel om zich heen slaande brand in restaurant Rijzenburg bij ingang Schaarsbergen. Vanwege de rieten dakbedekking is de brand niet te blussen. Het hele gebouw, inclusief de inventaris, gaat in vlammen op. Direct na de brand wordt besloten tot herbouw en in april 1993 gaat het restaurant weer open.
In december 1988 worden uit het Kröller-Müller Museum drie schilderijen van Van Gogh gestolen. Een half jaar later worden ze teruggevonden. Het gaat om de schilderijen De aardappeleters, Vier uitgebloeide zonnebloemen en Weefgetouw met wever.
Wild- en natuurbeheer
Het wild- en natuurbeheer ontwikkelt zich in de periode 1985-1994 verder. Mineralen blijken te weinig aanwezig te zijn in het voedsel voor het grofwild, daarom worden er in 1988 likstenen geplaatst.
De wildweiden en fauna-akkers in het Park zijn deels voormalige landbouwgronden, die vroeger werden verhuurd en intensief werden bemest. Ze produceerden ook voedsel voor het wild. In 1989 wordt de combinatie van agrarisch gebruik en gebruik door het wild stopgezet om plaats te maken voor meer ecologisch beheer. Het beheer van de fauna-akkers is tot op de dag van vandaag dusdanig dat deze terreinen behalve voor het wild ook voor andere dieren, zoals dassen en vlinders, aantrekkelijk zijn.
In 1993 onderzoekt de universiteit van Wageningen wat de mogelijkheden zijn voor het beperken van het bijvoeren van het wild en voor het creëren van open terreinen in de rustgebieden voor de dieren.
Herstel van houtwallen
In 1986 maakt het Rijksinstituut voor Natuurbeheer een inventarisatie van de houtwallen in het Park. Doordat binnen de parkgrenzen nooit moderne, grootschalige landbouw heeft plaatsgevonden, zijn de oude houtwallen veelal bewaard gebleven. Bij de inventarisatie worden meer dan honderd houtwallen aangetroffen met een gezamenlijke lengte van ongeveer 25 kilometer. De meeste houtwallen zijn te vinden op de Kemperberg, maar ze komen ook voor bij Oud Reemst, Hoog Baarlo en op de Pampel. De wallen van Oud Reemst zijn het oudst, ze komen uit de middeleeuwen. Ook de houtwallen op de Pampel en de Kemperberg zijn al van respectabele ouderdom en dateren deels van voor 1750. Ze dienden ter markering van het eigendom, de kering van wild en schapen, houtproductie en zandkering. Door gebrek aan onderhoud zijn veel wallen in verval geraakt. Het Park besluit ze te herstellen.
Het Museonder
In maart 1992 start de bouw van een nieuw museum over de bodem en de natuur, ontworpen door ir. Cor van Hillo. Een jaar later wordt het Museonder geopend door Z.K.H. Prins Claus. In het museum gaan bezoekers letterlijk en figuurlijk steeds dieper de bodem in. Onderweg is er van alles te ontdekken, zoals een compleet wortelstelsel van een meer dan honderd jaar oude boom. Er zijn stenen die over hun herkomst vertellen als je er je hand op legt en er liggen botten van dieren die al duizenden jaren zijn uitgestorven, maar die ooit rondliepen in het gebied.
Omdat het Park de bodem en kennis daarover als essentieel beschouwt voor het beschermen en versterken van de biodiversiteit, werken we anno 2025 aan de ontwikkeling van een vernieuwd Museonder. Dit wordt een kennis- en educatiecentrum over de onder- en bovengrond voor Parkbezoekers, leerlingen van het basis- en voortgezet onderwijs en onderzoekers.
Enkele andere gebeurtenissen in dit decennium:
- 1985: in het kader van het 50-jarig bestaan realiseert het Park het Kinderbos: voor de kinderen die op 26 april 1985 zijn geboren wordt een inlandse eik geplant.
- 1986: door de strenge winter kan er lange tijd op de vijver van het Jachthuis Sint Hubertus worden geschaatst.
- 1987: er worden drie jonge boommarters in het Park gezien.
- 1988: de beeldentuin bij het Kröller-Müller Museum wordt uitgebreid met het Beeldenbos.
- 1989: het zogeheten Observatiebos achter het bezoekerscentrum wordt omgevormd tot de Landschappentuin.
- 1992: bij de ingangen, Otterlo, Hoenderloo en Schaarsbergen worden portiersloges gebouwd. Ze zijn ontworpen door de latere oprichters van architectenbureau MVRDV, dat ook het ontwerp maakte voor de onlangs vernieuwde loge bij ingang Otterlo.
Hier leest u over de voorgaande decennia sinds de oprichting van Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe. Lees ook de historische verhalen.
Foto houtwal: Roy Strijker