Nieuws van boswachter Henk Ruseler: februari

Maandag 01 februari 2016

Behalve wat lichte winterse neerslag en enkele vorstdagen in de afgelopen maand heeft het nog niet echt gewinterd en hierdoor zijn de katjes van de hazelaar en elzen al uitgelopen. Ook heb ik rond mijn huis de grote lijster al horen zingen en de zware roffel van de zwarte specht al gehoord.
 

Wie de afgelopen maand het Park heeft bezocht, kon genieten van de spectaculaire baltsvluchten van de raven. Zij leggen eieren tussen begin februari en half april en bij het uitkomen van deze nieuwsbrief kunnen er dus raven op de eieren zitten! Weer een teken van het naderend voorjaar.

Reeën weer beter zichtbaar

Zonnig winterweer heeft een positief effect op de zichtbaarheid van reeën. Ook het lengen van de dagen zorgt ervoor dat ze zich in de komende periode steeds vaker laten zien. Vooral een tocht in de ochtend of namiddag door de cultuurbossen in het noorden of zuiden van het Park kunnen voor wat betreft het zien van reeën erg succesvol zijn.

Vroege geboorten in het Park

De moeflons zijn in de afgelopen maanden amper van het toneel verdwenen. De open terreinen zijn favoriet. Dit verandert wanneer aan het einde van deze maand de eerste moeflonlammeren geboren worden. De jongen van ons wilde schaap zijn goed bestand tegen soms nog winterse omstandigheden, maar bij de aanstaande geboorten zoeken de ooien vaak wel de beschutting van de bossen.

Ook wilde zwijnen krijgen vaak vroeg in het jaar hun jongen. De afgelopen tijd zijn er sporen van biggen gevonden en zijn er zeugen gezien die met nestmateriaal aan het slepen waren. Genoeg aanwijzingen dat de eerste biggen al geboren zijn.

Tijdelijke Parkbezoekers

Enkele vogelsoorten zijn maar voor een korte periode in het Park te zien. Dit gaat dan meestal om wintergasten en doortrekkers. De zeearend wordt, sinds hij weer in Nederland broedt, steeds vaker op de Hoge Veluwe waargenomen. Deze waarnemingen worden dan meestal in de winterperiode gedaan. De afgelopen maand zijn er meldingen binnengekomen van deze roofvogel, die met een spanwijdte van twee meter ook wel vliegende deur genoemd wordt. Een andere roofvogel die we af en toe in het Park kunnen zien is de visarend. Dit is een typische doortrekker die in het voorjaar (maart-april) en najaar (augustus-oktober) meestal voor een paar dagen op het Park verblijft. De visarend heeft een spanwijdte van anderhalve meter.

Flora

Vanwege de hoge temperatuur van de afgelopen maanden verscheen er eerder dan normaal nieuw blad aan de kamperfoelie en zijn de katjes aan de hazelaar en els uitgelopen. Een koude periode in februari kan deze vroege ontwikkeling wel voor even afremmen, maar de tijd tikt door en aan het einde van deze maand zul je zien dat bladknoppen aan bomen en struiken dikker gaan worden.

Beheer

Tussen midden februari en eind april verliezen de mannelijke edelherten hun gewei. Deze worden sinds jaar en dag door de faunabeheerders van het Park verzameld. Het gewei is namelijk een belangrijke indicator voor de bepaling van de conditie van de drager, maar ook voor de populatie in zijn geheel. Om een goed beeld te krijgen worden al deze geweien gemeten en gewogen. Een hert dat om wat voor reden ook in een slechte of minder goede conditie verkeert, zal dit in zijn geweiopbouw laten zien. Van veel van onze herten zijn de afworpstangen uit verschillende jaren aanwezig en op deze manier kun je de ontwikkeling van het individuele dier volgen. Wanneer een hert richting volwassenheid gaat, nemen ook de omvang en het gewicht van het gewei toe. Tussen het achtste en twaalfde levensjaar draagt een hert meestal zijn grootste gewei. Bij oudere herten neemt de omvang en gewicht weer af. De verzamelde gegevens worden gebruikt bij de keuze om een hert in de aanstaande afschotperiode al dan niet uit de populatie weg te nemen.

Uit de meetgegevens die over de afgelopen jaren zijn verzameld, blijkt dat de conditie van de populatie edelherten nog steeds licht toeneemt. Het vasthouden aan een verantwoorde voorjaarstand van 200 stuks in combinatie met een toename van de hoeveelheid natuurlijk voedsel in het Park is hiervoor de belangrijkste reden.