Nieuws van boswachter Henk Ruseler: november

Woensdag 02 november 2016

Vanwege de relatief hoge temperaturen zijn de loofbossen in het Park pas laat gaan verkleuren, maar bij het schrijven van deze nieuwsbrief zijn ze op hun mooist. Dit jaar is een topjaar voor wat betreft de mast van eikels en beukennoten. Waar eiken en beuken groeien ligt de bosvloer vol met krachtvoer voor grote en kleine dieren. 

Fauna
De zichtbaarheid van het grofwild neemt af. Dit heeft te maken met de hoeveelheid geschikt voedsel en de daglengte. Behalve op de wildweiden, waar nog redelijk voedselrijk gras staat, neemt op andere plaatsen de kwaliteit van het voedsel af. Veel dieren zijn nog druk bezig om een vetreserve voor de aanstaande winter op te bouwen.

Zo ook de zwijnen. Het zal iedere bezoeker zijn opgevallen dat er langs wegen en fietspaden veel wordt gewroet. De zwijnen doen dit bij hun zoektocht naar allerlei insecten en ander bodemleven. Ze doen dat juist nu omdat ze momenteel een grote behoefte hebben aan eiwitrijk voedsel. Met het eten van grote hoeveelheden eikels raakt hun spijsvertering namelijk van slag, omdat in eikels grote hoeveelheden looizuur zit. Het eten van eiwitrijk voedsel doet het effect daarvan deels teniet. Langs wegen en fietspaden is het meestal wat vochtiger dan op andere plekken. Dit komt doordat regenwater over de verharde laag naar de bermen afstroomt. Vocht betekent een betere vegetatie en dichter wortelstelsel. Dit zorgt weer voor een rijker bodemleven langs de bermen en vandaar dat de zwijnen er graag wroeten.

Overige fauna

Korhoenders
Sinds 2007 zet het Park zich in voor de herintroductie van het korhoen op de Veluwe. Ook dit najaar zijn er weer korhoenders uitgezet. De uitgegroeide kuikens die werden uitgezet waren afkomstig van ‘natuurbroed’. Dit betekent dat de broedzorg geheel door de moedervogel werd gedaan. Om inzicht te krijgen in de verspreiding van het korhoen is het belangrijk dat wij meldingen krijgen van eventuele waarnemingen. Heeft u in het Park een korhoen gezien of gehoord? Meld uw waarneming via korhoenders@hogeveluwe.nl.

Flora
Er zijn dit jaar tot nu toe minder paddenstoelen te vinden dan andere jaren. Dit heeft vooral te maken met het warme en droge weer in de afgelopen periode. Vocht en omgevingstemperatuur zijn nu eenmaal belangrijke factoren voor de ontwikkeling van paddenstoelen. Het warme en droge weer is voor reeds opgekomen paddenstoelen niet per se een probleem, omdat zij zich snel aanpassen aan veranderende weersituaties.

Werkzaamheden en beheer in het Park
Vorige maand is het wegenstelsel rondom de Roggenkamp en Everwijnserf aangepast. De oostelijke weg is opgebroken en de zuidwestelijke is verbreed tot 5 meter, zodat deze nu geschikt is voor tweerichtingsverkeer. De mooie eikensingels van de Roggenkamp zijn bij deze verbreding in takt gebleven.

Wanneer u dit leest, is de houtoogst nagenoeg afgerond. De laatste werkzaamheden zijn op Kemperberg. Er is dit jaar ongeveer 7000 kubieke meter hout geoogst, waaronder ook 250 kubieke meter zwaar douglas- en larikshout. Dit hout is geveld voor eigen gebruik.

In oktober is in het Park bij wijze van proef steenmeel uitgestrooid op een aantal vlakken van een hectare groot. Steenmeel, fijngemalen vulkanisch gesteente, kan de bodemchemie duurzaam herstellen. Dat is nodig omdat mineralen in de bodem, als gevolg van de extreem toegenomen verzuring van de afgelopen decennia, versneld  zijn verweerd (afgebroken). Die mineralen zijn van groot belang voor een gezonde bodem en dus ook voor de biodiversiteit.

Vooralsnog is er weinig kennis over de precieze werking van steenmeel en de toepasbaarheid bij natuurbeheer. Die kennis is nodig voordat het structureel wordt ingezet bij natuurbeheer. Het Park werkt daarom mee aan dit onderzoek.

In het Park is steenmeel uitgestrooid in 16 vlakken van een hectare groot en 16 controlevlakken in heideverbindingen, bestaande uit heide en zandverstuiving, heischraal grasland en jeneverbesstruweel. De toepassing wordt uitgebreid gemonitord. Bij goede resultaten wordt het project opgeschaald naar 200 hectare om zo ook inzicht te krijgen in de effectiviteit van grootschalige toepassing van steenmeel.