Nieuws van de boswachter: augustus

Dinsdag 01 augustus 2017

Na de bloei van de dopheide, die nu overigens ook nog volop bloeit, begint in augustus normaliter de struikheide te bloeien. Nog even ter herinnering, de dopheide groeit vooral op vochtige - en de struikheide op droge plaatsen. Bij het schrijven van deze nieuwsbrief begint de struikheide langzaam aan in bloei te komen en na een aantal warme en zonnige dagen zullen de heidevelden weer paars kleuren. Afhankelijk van het weer kan de bloei tot in september duren zodat we tijdens de bronst van de edelherten ook nog volop van de bloeiende heide kunnen genieten. Deze maand zullen ook de eerste herfstpaddenstoelen boven de grondkomen . De meest bekende is natuurlijk de vliegenzwam maar let ook eens op de, vaak tot behoorlijke omvang groeiende, parasolzwam die vooral op vochtige graslanden zoals in de omgeving van het Jachthuis Sint Hubertus voorkomt.

De vogels komen bij van een drukke periode van ouderschap.  

Wat hoor en zie ik toch weinig vogels op De Hoge Veluwe is een veel gemaakte opmerking in de nazomer. Begrijpelijk, want ondanks dat veel van de bijna 70 verschillende soorten broedvogels die er op het Park leven er nog gewoon zijn, laten zij zich slecht zien en houden letterlijk en figuurlijk hun snavel. De reden hiervan is dat de noodzaak om met zingen hun territorium af te bakenen is verdwenen. De jongen zijn groot gebracht en nu breekt voor de ouder vogels een periode van aansterken aan. Zingen is een nutteloze bezigheid geworden en de energie is nu hard nodig om te kunnen ruien. In deze maand zullen ook de verschillende soorten aan hun reis naar hun overwinteringsplaatsen beginnen.

Opmaat naar de hoogtijdagen van het edelhert.

Aan het begin van deze maand hebben de meeste mannelijke edelherten hun gewei geveegd en langzamerhand is te zien dat de hertenroedels op plaatsen zoals het Zwarte Veld en het Bosje van Staf steeds kleiner worden. De herten worden steeds onverdraagzamer naar elkaar toe en de roedels vallen uiteen. De mannen trekken weg en verstoppen zich. Ze gebruiken deze, feistzeit of vettijd voornamelijk om heel veel eten en rusten om zo optimaal mogelijk de bronsttijd in te gaan. Spiermassa wordt opgebouwd en ook aan de vetreserves wordt gewerkt. Een hert kan in deze periode gemakkelijk 35 kilo aankomen. Op een heldere en koele avond in de tweede helft van augustus kan het burlen al te horen zijn. Overigens bij de roedels vrouwelijke dieren is geen zichtbare verandering te bemerken. Zij verzorgen hun kalveren en wachten wat komen gaat.

Een wilde groente in het Park

De wilde peen, ook wel vogelnestje genoemd, is een plant uit de schermbloemenfamilie en bloeit in deze tijd. In het Park kun je deze wilde voorouder van onze grote oranje peen op de akkers vinden. Vooral op de akker langs het fietspad ten noordoosten het Centrum zie je er veel staan.  Wilde peen is een tweejarige plant. De soort heeft koude nodig voor ze kan bloeien (dit heet stratificatie). In het tweede jaar, na de winter, gebruikt de plant de opgeslagen voedingsstoffen uit de wortel voor de verdere groei en ontwikkeling. De soort bloeit in juni tot de herfst met schermen. Het scherm bestaat uit vele stralen, waarvan de buitenste bij rijping in de vorm van een "vogelnestje" naar binnen zijn gebogen. Mij valt de mooie vorm op met bloemetjes die eerst roze zijn en later spierwit worden. Ze zijn heel populair onder soldaatjes (kevertjes) welke deze plant dan ook massaal bevolken en er op paren.

Zeldzame bloeier

Augustus is ook de maand waarin de zeer zeldzame Klokjesgentiaan bloeit. Deze plant groeit in natte heidegebieden en komt dank zij een intensief (natte) heidebeheer op de Hoge Veluwe gelukkig nog in grote aantallen voor. De Klokjesgentiaan is van levensbelang voor het Gentiaanblauwtje. Deze vlinder zet zijn eieren namelijk alleen af op deze plant.

Heidebeheer

Verspreid over De Hoge Veluwe is er zo’n 2000 hectare aan heidevelden te vinden. Dit komt ruwweg neer op een oppervlakte van 4000 voetbalvelden bij elkaar en die moeten, net als de grasmat, beheerd worden. Want het zijn ‘man made’ landschappen die door onze, niet zo natuur minnende, voorouders zijn ontstaan. Heel lang geleden kapten zij, vanwege hun onstilbare honger naar hout, de oorspronkelijke bossen en op de ontstane open plekken begon de heide te groeien. Op en rond die heidevlakten ontstond in ons land maar ook elders in West-Europa, al snel een agrarische bedrijvigheid. De heide werd een belangrijk gewas om zelfs op schrale gronden een boerenbestaan op te bouwen en het werd in stand gehouden door branden, plaggen en begrazen met schapen en ander vee.

Vandaag de dag zijn onze heidevelden, toeristische trekpleisters en belangrijke leefgebieden voor veel wilde planten en dieren. Reden genoeg om ze goed te beschermen en daar waar ze zijn verdwenen, doormiddel van begrazen, branden, maaien en machinaal plaggen te zorgen dat ze terugkomen. Dat het heidezaad meer dan 80 jaar kiemkrachtig blijft is daarbij mooi meegenomen. Na zo’n ingreep neemt de struik binnen enkele jaren weer bezit van de vlakte en wandel of fiets je in augustus door het paarse landschap waarbij het op zomerse dagen soms heerlijk naar honing kan ruiken. Het aftellen is begonnen en binnenkort krijgen de collega’s tegenover mij de eerste telefoontjes met de vraag, ‘bloeit de heide al?’