Nieuws van boswachter Henk Ruseler: juni

Vrijdag 29 mei 2020

Het gebeurt niet vaak -of liever gezegd nooit meer- dat ik mijn blog met pen op papier schrijf, maar deze keer kon ik het niet laten. Zelfs midden overdag is het in mijn tuin een niet aflatende kakofonie van vogelgeluiden. Merel, vink, tjiftjaf, gekraagde roodstaart en nog zo´n twintig andere vogelsoorten fluiten hier om het hardst. Allicht wil je bij zo’n concert eerste rang zitten, dus verruilde ik mijn toetsenbord voor het oude vertrouwde blocnote en ging daarmee de tuin in.

De afgelopen maand zijn de vogels helemaal los gegaan en ook komende tijd kunnen we er, vooral in de avond, nog volop van genieten. Zeker nu het Park weer helemaal open is. Dat de door velen zo gemiste avondopenstelling weer van kracht werd, klonk mij in ieder geval als muziek in de oren. Want hoe jammer zou het geweest zijn dat, in een jaargetijde waarin zoveel gebeurt en het wild in de avonduren uittreedt, wij thuis hadden moeten blijven.

Nu het blad aan struiken en bomen in snel tempo is uitgelopen en de “grote groentewinkel” zijn deuren heeft geopend, is er voor iedere vegetariër in het Park volop te eten. Van bladluis tot edelhert profiteert van deze overvloed aan groen. Het is overigens maar goed dat bomen en struiken, behalve wanneer ze door de wind worden beroerd, bij het botten (uitlopen van blad) voor ons geen direct hoorbaar geluid maken. Immers, zodra de oplopende temperatuur in het voorjaar de bodem opwarmt, neemt de druk van de sapstroom toe waardoor er gestaag honderden liters water per dag via de stam en takken naar de bladknop worden gepompt. Wanneer wij deze opwaartse sapstroom zouden horen dan verging ons mogelijk de lol van een wandeling door het voorjaarsbos.

Jong wild in het Park

In het Park groeit het kroost van de moeflons, vossen, wilde zwijnen en dassen voorspoedig en vooral bij de jonge moeflons en wilde zwijnen, die je van de vier het vaakst tegenkomt, is dit goed te zien. De hekkensluiters bij deze ‘babyboom’ onder onze grote zoogdieren zijn de reeën en edelherten. Hoe opvallend en bij edelherten met het nodige spektakel gepaard gaande liefdesspel ook is, de geboorte vindt in volledige afzondering en stilte plaats. En terwijl ik dit schrijf, weet ik dat ergens in de bossen rondom mijn huis de eerste kalveren het levenslicht hebben gezien.

Hoewel er in deze tijd een overvloed aan voedsel aanwezig is, liggen er voor het jonge dier gevaren op de loer en wil dit dus niet zeggen dat ieder jong de volwassen leeftijd bereikt. Natuurlijke vijanden en weersomstandigheden eisen hun tol. In de regel is het zo dat bij dieren waarbij er een grotere sterfte onder de jongen plaatsvindt, er ook meer jongen geboren worden. Zo loopt de big van het wilde zwijn groter gevaar dan het kalf van een edelhert en dus zie je dat er soms wel twaalf biggen bij één zeug lopen, terwijl het edelhert in de regel maar één kalf krijgt. Ook is de hoeveelheid voedsel bepalend voor de worpgrootte of het aantal eieren dat gelegd wordt. Na of tijdens een slecht muizenjaar zullen bijvoorbeeld vossen of uilen minder jongen krijgen.

Voor de meeste dieren in het Park geldt dat het beheer plaatsvindt via de biotopen. Met andere woorden: door een optimaal leefgebied te behouden creëren wij gunstige voorwaarden voor de soorten die er leven. Predatie en voedselaanbod zijn voor deze soorten sturend. Voor onze wilde zwijnen, edelherten en moeflons ligt dit anders. Onder deze dieren is de natuurlijke sterfte klein, maar is hun invloed op de leefomgeving groot. Hoge aantallen wilde zwijnen betekent dat, met worpen van soms 12 biggen, op hele korte termijn onze reptielen en bodembroeders verdwijnen. Voor grote grazers als edelherten en moeflons geldt dat overbegrazing leidt tot een kaalslag in onze bossen; er verdwijnen onder andere kruidachtige gewassen waarvan honderden -vaak zeldzame- soorten insecten weer afhankelijk zijn. 

De keuze voor het Park is geen moeilijke. Zoals iedereen weet staan wij voor een hoge biodiversiteit in ons natuurgebied. Dus ook al is er momenteel een overvloed aan voedsel, wij willen dit voor ieder dier, groot en klein, zo houden. Het wegnemen van dieren uit de populatie van de hiervoor genoemde drie soorten is daarbij een middel. Het afschieten gebeurt veilig en op een dusdanige manier dat er minimale verstoring plaatsvindt.

Het klinkt mogelijk cru dat ik over afschot begin nadat ik u eerst heb verteld over het jonge wild dat zich de komende maand overal in het Park laat zien. Begrijpelijk want bij het zien van zulke haast sprookjesachtige taferelen zou je bijna vergeten dat ingrijpen in een enkel geval noodzakelijk is.

De kans dat u ze deze maand gaat zien is buitengewoon groot. Zeker wanneer u er voor kiest om langer in het Park te blijven en gebruik te maken van de avondopenstelling tot 22:00 uur. Woont u dichtbij, dan is ook te overwegen om ’s avonds eerder te eten of te komen dineren in het Parkrestaurant, om daarna een wildspeurtocht te gaan maken

Ik ben mijn blog met iets ongebruikelijks begonnen en daarmee wil ik ook afsluiten. Graag zou ik willen vragen om, wanneer u daar zin en tijd voor heeft, uw ervaringen op De Hoge Veluwe tijdens de avondopenstelling in een kort verhaal aan mij te vertellen. De mooiste belevenissen kunnen mijn collega’s dan weer via Facebook met anderen delen. Ik ben benieuwd naar uw belevenis, die u kunt sturen naar boswachter@hogeveluwe.nl