Het Park in de periode 1965 - 1974

ontdek meer

Dit jaar bestaat Het Nationale Park De Hoge Veluwe 90 jaar. Het Park kent een rijke geschiedenis. Daarom besteden we dit jaar aandacht aan belangrijke historische gebeurtenissen.

Uitbreiding aan de Otterlose kant

In 1966 beginnen besprekingen over de aankoop door het Park van het gebied De Houtkamp en een deel van het Otterlose Buurtbos. Verkoper is de heer A.D. Voûte, die voor de oorlog de gebieden ’t Rieselo, De Plijmen en De Nieuwe Plijmen aan het Park heeft verkocht. De Houtkamp telt 44,3 ha en Voûtes aandeel in het Otterlose Buurtbos is 9,12 ha groot.

Het Otterlose Buurtbos is van oudsher gezamenlijk bezit van de geërfden van Otterlo, waarvan er in die tijd nog maar drie over zijn. Behalve de heer Voûte zijn dat de gemeente Ede en Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe. Medio 1967 wordt de definitieve overeenkomst met de heer Voûte gesloten. De koopsom van het terrein De Houtkamp bedraagt ƒ359.847,45. Het toenmalige ministerie van CRM (Cultuur, Recreatie en Maatschappelijk Werk) verleent hiervoor een subsidie van 50%.

In tegenstelling tot eerder aangekochte gebieden worden De Houtkamp en het Otterlose Bos nooit toegevoegd aan het eigenlijke ingerasterde deel van het Park omdat deze gebieden door openbare wegen van het Park zijn gescheiden.

Na lang onderhandelen vindt 35 jaar later een grondruil plaats waarbij de gemeente Ede een perceel krijgt bij De Zanding. Het Otterlose Buurtbos gaat naar Natuurmonumenten en Het Nationale Park De Hoge Veluwe krijgt de beschikking over het aan zijn grondgebied grenzende oostelijke deel van het Otterlose Bos.

Stormschade

In de nacht van 12 op 13 november 1967 raast een enorme storm over ons land. Ook het Park wordt niet gespaard. Afgewaaide dode takken maken de Houtkampweg onbegaanbaar. De opruimingswerkzaamheden beginnen in de loop van de dag: de wegen worden weer begaanbaar gemaakt en bomen worden gestut. Maar liefst 8000 m3 aan bomen gaat verloren. De grootste schade ontstaat in de oude dennenbossen, waar 25.000 bomen omwaaien.

Witte Fietsen in het Park

Op 17 mei 1974 start in het Park het Witte Fietsenplan. Dit plan is in de jaren ’60 bedacht door de anarchistische provobeweging. Die wil dat er in Amsterdam gratis te gebruiken fietsen komen, die voor de herkenbaarheid wit moeten worden geschilderd. De Amsterdamse gemeenteraad ziet weinig in het plan en de Amsterdamse Witte Fiets komt er niet.

Het Nationale Park De Hoge Veluwe is ondertussen op zoek naar een manier om natuurbescherming te combineren met publieke toegang. In een tijdperk van toenemend autoverkeer en milieubewustzijn zoekt het Park een vervoersalternatief dat de natuur zo min mogelijk belast. Tegelijkertijd moet het bezoekers de vrijheid geven om het Park te verkennen.

Het concept van de Witte Fiets is even eenvoudig als revolutionair. Bezoekers kunnen een fiets nemen bij de ingang, op hun gemak het Park verkennen en vervolgens de fiets achterlaten bij een van de fietsenstallingen in het Park. Tot een volgende bezoeker erop stapt, enzovoorts.

De ANWB laat wegenwachters vijftig Witte Fietsen naar Jachthuis Sint Hubertus brengen, waar ze aan de Parkdirectie worden aangeboden. De aanschaf van de fietsen blijkt een schot in de roos en al snel wordt besloten het project uit te breiden. Nu, ruim vijftig jaar later, staan er in het Park 2.000 Witte Fietsen, verspreid over meerdere stallingen.

Enkele andere gebeurtenissen in dit decennium:

  • 1965: georganiseerde wandelingen langs natuurpaden worden populair.
  • 1968: de ingang bij Oud Reemst wordt gesloten omdat hier steeds minder bezoekers het Park in komen.
  • 1970: de eerste pogingen worden gedaan om levend stuifzand terug te krijgen op het Otterlose zand als een van de historische landschappen van de Veluwe. 
  • 1972: sinds dit jaar is het bosbeheer in eigen beheer van het Park. Ook de esthetische kanten van beheer worden hierbij nadrukkelijk meegenomen, zoals het echtpaar Kröller-Müller dat ook voor ogen had. 
  • 1972: het educatieve bezoekerscentrum De Aanschouw wordt geopend. Het houten gebouw is in Finse stijl ontworpen. Deze voorloper van het Museonder bevat onder meer een verzameling natuurhistorische voorwerpen en een maquette.
  • 1973: het zogenoemde Observatiebos wordt gerealiseerd achter het bezoekerscentrum. Overigens wordt dit in 1989 omgevormd tot de huidige Landschappentuin.
  • 1973: de hoofdingang bij het Dienstgebouw aan de Apeldoornseweg wordt gesloten. Hierdoor stijgt het aantal bezoekers dat via ingang Otterlo binnenkomt. 
  • 1974: in januari zien een boswachter en een jager sinds lange tijd weer drie raven in het Park.

Hier leest u over het voorgaande decennium en het volgende decennium sinds de oprichting van Stichting Het Nationale Park De Hoge Veluwe. Lees ook de historische verhalen.